Een koe heeft water nodig om dagelijks vochtverbruik te compenseren. Zeker bij hittestress kan deze hoeveelheid hoog zijn.
Melk bestaat voor 88% uit water, dus bij een gemiddelde dagproductie van 31L melk per koe moet alleen daarvoor al ruim 27L water beschikbaar zijn. Daarnaast produceert de koe nog zo’n 33 liter urine, behoorlijk vochtrijke mest (maar zo’n 9% DS) en water via verdamping (zweet en adem). In totaal komt dit uit op zo’n 100-110L water.
Een deel van dat water komt uit het rantsoen. Om een idee te geven: 58 kg voer à 40% DS betekent 35L water dat uit het rantsoen wordt gehaald. Dan blijft er nog steeds een gemiddelde waterbehoefte van 65-75L over. Maar gemiddelden zijn gevaarlijk. Een individuele koe die piekt op 50L melk, dat doet onder hittestress-omstandigheden en een relatief droog rantsoen heeft, kan wel tot 200L water nodig hebben op een dag!
Reden voor dit grote verschil wordt deels verklaard door de hogere melkgift, maar ook het feit dat een koe slecht zweet en de lichaamstemperatuur vooral regelt door middel van water: inname van water van 10˚C en afvoer op lichaamstemperatuur. Het is dus belangrijk dat er altijd, en zéker bij hittestress, ruim voldoende water beschikbaar is voor elke individuele koe, en dat hangt van meer factoren af dan je zou denken.
Tips & aanbevelingen voor een goede drinkwater beschikbaarheid
- Eén drinkbak per 10-15 koeien
- Houd per koe 7 tot 10 cm drinkbaklengte aan;
- 20 meter afstand tussen de bakken;
- Plaats de drinkbakken 60-90 cm vanaf de grond;
- Houd een lengte van minstens 1,9 meter per een waterbak aan;
- Zorg voor een opbrengst van minimaal 20L/minuut;
- Waterdruk moet > 3bar zijn;
- Houd een doorloopbreedte naast de drinkbak van minimaal 4 meter aan;
- Let ook op hiërarchieproblemen in de koppel.
Kwaliteit van drinkwater
Maar met alleen een goede beschikbaarheid van drinkwater ben je er nog niet. Als dat water vervuild is, kan een koe zomaar 2,5L melk minder geven. Water moet smakelijk zijn en koeien stellen daar hoge eisen aan. Water moet chemisch én microbieel in orde zijn. Om dat voor elkaar te krijgen, moet je goed monitoren.
Allereerst heb je daarvoor een watermeter nodig. Verder is het verstandig regelmatig het verbruik te noteren. Doe dit zowel aan het begin van de watertoevoer als aan de einden. Je zult niet de eerste zijn die hierdoor een onzichtbare lekkage ontdekt.
Het laat tevens zien of de koeien te weinig water opnemen. Raak niet te snel van slag als dat zo blijkt te zijn. De wateropname hangt van veel factoren af. Kanters helpt je graag om de waterkwaliteit te controleren en tot een juiste bevinding en oplossing te komen. Het wordt sowieso aangeraden het water jaarlijks te laten controleren door een gecertificeerd laboratorium.
Factoren die drinkwateropname beïnvloeden
- Melkproductie (vuistregel wateropname 3-4 maal melkproductie);
- Ras;
- Vochtpercentage van het rantsoen;
- Hoeveelheid krachtvoer;
- Zomerstalvoedering, weidegang (vers gras 14-20% DS!)
- Temperatuur in de stal en buiten;
- Temperatuur van het water;
- Klauwproblemen en andere gezondheidsfactoren;
- Kwaliteit van het drinkwater.
Grenswaarden chemische en biologische kwaliteit
Bron: GD Deventer
Rund | Kalf | |||
---|---|---|---|---|
Parameter | Goed | Slecht | Goed | Slecht |
pH | 5 tot 8 | >9 en <4 | 5 tot 8 | >9 en <4 |
Ammonium (mg/L) | < 2 | >10 | < 0,5 | > 2 |
Nitriet (mg/L) | < 0,1 | > 1 | < 0,1 | > 1 |
Nitraat (mg/L) | < 100 | > 200 | < 100 | > 200 |
Chloride (mg/L) | < 250 | > 2000 | < 250 | > 2000 |
Natrium (Na) (mg/L) | < 800 | > 1500 | < 400 | > 800 |
Ijzer (mg/L) | < 0.5 | > 10 | < 0,2 | > 0,5 |
Mangaan (mg/L) | < 1 | > 2 | < 0,5 | > 1 |
Sulfaat (mg/L) | < 100 | > 250 | < 100 | > 250 |
Hardheid (° D) | > 4 en < 15 | > 25 | > 4 en < 15 | > 25 |
Gisten en schimmels | > 10.000 | > 10.000 | ||
E. coli (kve/mL) | < 10 | > 100 | < 10 | > 10 |
Totaal kiemgetal (kve/mL) | < 10.000 | > 100.000 | < 1.000 | > 10.000 |
Biofilm
In elke waterleiding ontstaat na verloop van tijd een biofilm, ook in jouw waterleiding thuis. Dat is een slijmerige laag van organisch materiaal waar ziekteverwekkende bacteriën in kunnen groeien. Nu is een kleine hoeveelheid biofilm niet direct schadelijk, maar biofilm bouwt zich op en dit kan uiteindelijk tot problemen leiden. Zo kunnen het totale kiemgetal en de hoeveelheid E-coli kiemen te hoog worden. Actie is dan vereist.
Maak de breektank minstens eenmaal per jaar schoon. Bevestig de tyleen buizen strak en recht, om verzakte delen te voorkomen. Ook moet de tyleen van gasdichte kwaliteit zijn, zodat er geen ammoniak uit de lucht in komt. Ammoniak is namelijk voer voor microbiële groei. Een watercheck door Kanters helpt om de juiste acties te ondernemen.
Waterleiding-, bron- of slootwater
Waterleidingwater is van hoge kwaliteit, maar kan in de installatie snel verslechteren. Het kan al misgaan in de breektank (buffervat) en daarna in de leidingen. Voornamelijk biofilm is dan het probleem.
Bronwater behoeft meer aandacht. Hierbij kan het zowel chemisch als qua kiemgetallen misgaan. Chemisch betreft het meestal een teveel aan ijzer en/of mangaan. Dan zal het bronwater behandeld moeten worden. Aangezien dat vaak al gebeurt, moet worden na gegaan of het drinkwatersysteem nog naar behoren functioneert. Ook bij gebruik van bronwater moet je alert zijn op het ontstaan van biofilm.
Slootwater wordt in waterrijke delen van Nederland nog vaak gedronken door vee. Daar wordt ook het vaakst een slechte waterkwaliteit gemeten. Controleer daarom het slootwater regelmatig. Denk daarbij aan langdurige droogte, maar ook aan hoosbuien i.v.m. een mogelijk aanwezige riool-overstort in de buurt.
Tot slot
Zoals eerder vermeld drinkt rundvee enorme hoeveelheden water. Een goede waterkwaliteit is dus van groot belang. Een goede wateropname stimuleert bovendien de voeropname en een combinatie van beide bepaalt dan ook of je lekker melkt of niet.
Meer informatie over het belang van schoon drinkwater en het verhogen van de melkgift?
"*" geeft vereiste velden aan