Water lijkt vanzelfsprekend, maar het is een van de belangrijkste nutriënten voor pluimvee. Kippen drinken gemiddeld twee keer meer dan ze eten. Een leghen kan dagelijks 200 tot 300 ml water opnemen, een vleeskuiken zelfs 400 ml, afhankelijk van leeftijd, omgevingstemperatuur en voeropname. Een goede waterkwaliteit en voldoende beschikbaarheid zijn dus cruciaal voor de gezondheid en prestaties van de dieren. Slechte waterkwaliteit of onvoldoende drinkmogelijkheden kunnen leiden tot verminderde groei, lagere legpercentages en gezondheidsproblemen.
De chemie achter elke druppel
Bij het beoordelen van drinkwater wordt eerst gekeken naar de chemische samenstelling. Deze bepaalt de smakelijkheid, technische geschiktheid en de invloed op additieven die via het water worden verstrekt. Belangrijke parameters zijn pH, hardheid, ijzer- en mangaangehalte. Water uit eigen bron kan afwijkingen vertonen die tot problemen leiden.
- Te hoog ijzer of mangaan veroorzaakt neerslag en afzettingen in leidingen en nippels, wat verstoppingen en lekkages geeft.
- Hoge hardheid (veel kalk) kan zorgen voor kalkaanslag, waardoor het debiet afneemt en zuren minder effectief zijn.
- Een te lage of te hoge pH beïnvloedt niet alleen de opname door het dier, maar ook de werking van medicijnen of supplementen in het drinkwater.
Regelmatige chemische analyse helpt om vroegtijdig afwijkingen te detecteren en aanpassingen door te voeren.
Microbiologische risico’s in het drinkwater systeem
Naast chemische aspecten speelt ook de microbiologische kwaliteit een grote rol. Drinkwater kan bacteriën, gisten of schimmels bevatten die duiden op vervuiling of biofilmvorming in de leidingen. Pathogene bacteriën zoals E. coli of Salmonella kunnen via het drinkwater de koppel besmetten.
Biofilm is een slijmlaag aan de binnenzijde van leidingen waarin micro-organismen zich vestigen, vaak in combinatie met minerale neerslag. Deze laag vormt een constante bron van herbesmetting en vermindert de werking van watermedicatie of desinfectiemiddelen.
De ontwikkeling van biofilm wordt bevorderd door:
- Stilstaand water (lage doorstroomsnelheid)
- Warme temperaturen
- Dode hoeken in leidingen
- Restanten van medicijnen of additieven
Beschikbaarheid van water
Zelfs de beste waterkwaliteit heeft weinig waarde als het niet goed beschikbaarheid is voor de kippen. Pluimvee moet op elk moment van de dag water kunnen drinken. Het aantal drinknippels, de hoogte, het debiet en de druk moeten afgestemd zijn op diercategorie, leeftijd en huisvesting.
| Deircategorie | Aanbevolen nippels | Debiet per nippel | Gem. opname per dag | Hoogte nippellijn |
|---|---|---|---|---|
| Eendagskuikens | 10-12 dieren per nippel | 20-30 ml/min | 50-100 ml | Op ooghoogte, kuiken moet recht omhoog tikken |
| Opfok leghennen | 10 dieren per nippel | 40-60 ml/min | 150-250 ml | Lijn geleidelijk verhogen met groei, snavel net onder nippel |
| Leghennen in productie | 8-10 dieren per nippel | 60-80 ml/min | 200-300 ml | Op nekhoogte, dier rekt zich iets uit om te drinken |
| Vleeskuikens in afmestfase | 8-10 dieren per nippel | 80-100 ml/min | 400-500 ml | Lijn op hoogte dat kuiken licht moet strekken |
Controleer het debiet regelmatig met een maatbeker want zelfs lichte verstoppingen kunnen de opname sterk beperken. Let er ook op dat alle dieren makkelijk toegang hebben tot drinklijnen, vooral bij hoge temperaturen of vlak na het verstrekken van voer.
Goed water leid tot betere prestaties
Een goede waterkwaliteit vormt de basis voor optimale prestaties in elke pluimveestal. Schoon en smakelijk drinkwater stimuleert de voeropname en groei bij vleeskuikens, ondersteunt de eierschaalkwaliteit en het legpercentage bij hennen, en draagt bij aan een gezonde darmflora en sterke weerstand in alle diergroepen.
Omgekeerd kan een slechte waterkwaliteit of beperkte beschikbaarheid snel negatieve gevolgen hebben. Dieren nemen minder voer op, groeien trager en produceren vaker natte mest, wat het risico op voetzoollaesies vergroot. Ook vaccins en medicijnen die via het drinkwater worden verstrekt, werken minder goed als het water verontreinigd is of een verkeerde pH heeft.
Een eenvoudige vuistregel geldt altijd: wanneer kippen minder drinken, eten ze ook minder. Problemen met waterkwaliteit of drinkvoorziening merk je dus vaak het eerst aan een dalende voeropname en minder goede stalresultaten.
De watercheck als managementtool
Goede waterkwaliteit komt niet vanzelf. Alleen door regelmatig te meten, spoelen en reinigen voorkom je problemen in plaats van ze te moeten genezen. Het is verstandig om minstens twee keer per jaar zowel de chemische als de microbiologische kwaliteit van het drinkwater te laten controleren. Spoel de leidingen na iedere ronde en controleer wekelijks het debiet van de nippels om zeker te zijn dat de doorstroming goed blijft. Stem daarnaast het gebruik van zuren of desinfectiemiddelen altijd af op de
specifieke waterbron en het leidingsysteem, zodat de middelen effectief werken zonder schade te veroorzaken.
Water is de stille motor achter de gezondheid en productievan pluimvee. Wie hier actief op stuurt, verdient de investering in onderhoud en controle ruimschoots terug in betere prestaties en een gezondere koppel.
Meer weten over water?
Wil je weten hoe de waterkwaliteit op jouw bedrijf scoort of hoe je de leidinghygiëne kunt verbeteren? Neem gerust contact op. We denken graag mee over praktische oplossingen die passen bij jouw stal en waterbron.