Salmonella behoort tot de familie van de Enterobacteriaceae. Er zijn meer dan 2300 Salmonella typen bekend waarvan Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium binnen de EU het vaakst geassocieerd worden met via het voedsel overdraagbare ziekten. Humane Salmonella enteritidis gevallen worden vooral veroorzaakt door de consumptie van besmette eieren en pluimveevlees terwijl Salmonella typhimurium infecties meestal te wijten zijn aan de consumptie van besmet varkensvlees, rundvlees en pluimveevlees.
Hoewel de werkelijke bijdrage van varkensvlees geassocieerde salmonella-infecties bij mensen tussen landen varieert, wordt aangenomen dat 20% – 30% van de humane infecties veroorzaakt door Salmonella typhimurium afkomstig is van varkens of varkensvleesproducten. Hierdoor is voedselveiligheid van varkensvleesproducten door de jaren heen een belangrijk aandachtspunt geworden.
Op zoek naar de bron
Salmonella is dus een probleem, niet alleen voor de volksgezondheid maar ook voor de veehouderij. Maar hoe weten we, of beter gezegd meten we, op welke bedrijven dit probleem speelt, de mate waarin Salmonella voorkomt en misschien nog wel het belangrijkste: waar de Salmonella vandaan komt? De oplossing ligt immers vaak bij de bron. In Nederland vindt controle op Salmonella plaats door middel van bloedmonsters. Elke 4 maanden worden er per bedrijf 12 bloedmonsters getapt aan de slachtlijn. Op deze bloedmonsters wordt dan een OD meting gedaan die het niveau  antistoffen tegen salmonella als maat voor de besmetting uitdrukt in een OD waarde (%). Hoe hoger de OD-waarde, hoe meer antistoffen tegen Salmonella in het bloedserum zitten.  Deze OD-waarden worden vervolgens ook gebruikt om een bedrijf in één van drie categorieën  in te delen
De categorie-indeling
De categorie-indeling is een maat voor het risico dat de vleesvarkens van het bedrijf met Salmonella besmet zijn:
Categorie 1: gering risico
Categorie 2: matig risico
Categorie 3: hoog risico
Het is hierbij belangrijk om te beseffen dat bloedonderzoek ons alleen iets vertelt over het risico van Salmonellabesmetting tijdens het slachtproces binnen een bepaalde populatie. Het bepaalt nooit of een dier ziek is of Salmonella subklinisch uitscheidt. Er bestaat immers geen SPF-status voor Salmonella wat betekent dat we aan het managen zijn. Om de Salmonellastatus op een bedrijf toch inzichtelijk te maken, kan er wel gebruik gemaakt worden van omgevingsmonsters. Deze methode is tevens niet kwantitatief, maar geeft wel weer waar de bron zit. Salmonella kan namelijk overal zitten. Mensen, ongedierte en varkens, maar ook honden of katten op een bedrijf kunnen allemaal drager zijn van Salmonella en daarmee insleep veroorzaken. Daarnaast kan Salmonella zowel in de stallen, gereedschappen, apparatuur etc. als in de mest (over)leven. Vanwege hoge kwaliteitseisen aan het hedendaagse voer komt insleep via het voer nagenoeg niet voor.
Maatregelen tegen Salmonella
Er zijn verschillende maatregelen die genomen kunnen worden om het risico op Salmonella laag te houden. Insleep kan voorkomen worden door goede bedrijfshygiëne, waaronder bezoekersregelingen, water- en stalhygiëne en door goede ongediertebestrijding. Daarnaast spelen bedrijfsmanagementfactoren zoals het verleggen van biggen in de kraamstal, het mengen van vleesvarkens, looproutes, afdelingsspecifieke kleding etc. ook een belangrijke rol. Als laatste kunnen zuren zowel via het drinkwater als via het brijvoer een bijdrage leveren in het managen van Salmonella. Belangrijk is dat er aandacht gegeven wordt aan al deze punten, een multifactorieel probleem vraagt immers een multifactoriële oplossing!
Meer informatie
Wilt u graag meer informatie over de verschillende maatregelen tegen Salmonella? Neem contact met ons op door te bellen naar 0499 -425 600 of stuur een e-mail naar info@kanters.nl.